Christelijke Muziek en Concertagenda

Brodsky Quartet speelt klaagzangen en dankgebeden

Dankbaarheid en wanhoop in muziek van Beethoven en Sjostakovitsj

Van onze redacteur Jan-Willem van Ree

22-10-16

Muziek van Beethoven en Sjostakovitsj is doortrokken van emoties, bijvoorbeeld dankbaarheid en en wanhoop. Je hoort de muziek tijdens een avond met muziek die vol toespelingen zit op klaagzangen en dankgebeden.

Dankbare Beethoven

Het wereldberoemde Brodsky Quartet staat al 44 jaar in de top van internationale strijkkwartetten. Tijdens een concert in de Edesche Concertzaal op vrijdag 28 oktober spelen ze interessant programma vol verwijzingen naar klaagzangen en gebeden. Neem bijvoorbeeld Beethoven. In 1822 bestelde de jonge Russische prins Nikolaus Galatzin bij hem een aantal strijkkwartetten. Een klus waaraan de componist begon, direct na het voltooien van zijn Negende Symfonie. Echter, toen Beethoven aan het Strijkkwartet in a, op. 132 werkte, werd hij getroffen door een nare maag- en darmkwaal.

Beethovens arts Anton Braunhofer stelde hem op een streng dieet, wat de ongeduldige Beethoven allerminst beviel. In hoop sneller te herstellen reisde Beethoven af naar het kuuroord Baden. Blijkbaar hielp het, want hier kon hij eindelijk verder met zijn strijkkwartet. Beethovens opluchting dat er een einde was gekomen aan alle ellende is letterlijk terug te horen in het verloop van dit strijkkwartet. Het kreeg de veelzeggende titel mee: ‘Heiliger Dankgesang eines Genesenen an die Gottheit, in der Lydischen Tonard’. In deze muziek uitte hij zijn dankbaarheid over zijn genezing. Het dankgebed bestaat uit drie koraalachtige secties, afgewisseld met twee snellere tussenspelen, door Beethoven omschreven als ‘het gevoel van nieuwe kracht’.

Treurige Sjostakovitsj

Officieel droeg Sjostakovitsj zijn Achtste Strijkkwartet (1960) op aan de ‘slachtoffers van fascisme en oorlog’, maar privé omschreef de componist het als een requiem voor zichzelf. De echtscheiding van zijn tweede vrouw viel hem zwaar, terwijl hij in dezelfde periode chronische gezondheidsproblemen kreeg. ‘Ik denk dat het niet erg waarschijnlijk is dat, als ik ooit overlijd, iemand ter nagedachtenis een stuk aan mij opdraagt’, schreef Sjostakovitsj aan zijn vriend Isaak Glikman. ‘Daarom besloot ik zelf maar wat te maken.’

In het eerste deel (Largo) citeert Sjostakovitsj fragmenten uit zijn Eerste en Vijfde Symfonie. In het hysterische tweede deel wordt de wilde joodse volksdans van het Tweede Pianotrio van stal gehaald. In het vierde en laatste deel klinkt een verwijzing naar de aria van Katerina uit de opera Lady Macbeth uit het district Mtsensk dat Sjostakovitsj’ eenzaamheid in deze periode lijkt te weerspiegelen. Het werk eindigt nog treuriger dan het begon: elk van de vier strijkers speelt de laagste toon van hun instrument ‘stervende’ (morendo).

Gebed van de stierenvechter

De kortere werken van Joaquín Turina en Henning Kraggerud vormen een mooie tegenhanger tegenover deze emotioneel geladen strijkkwartetten. Ze zijn minder tragisch of euforisch, maar zeker zo diepzinnig. Turina schildert in zijn Oracion del torero (Gebed van de stierenvechter) de ingekeerde stemming van een stierenvechter vlak voordat hij de arena betreedt.

‘Preghiera’ (Gebed) componeerde de Noorse componist Henning Kraggerud speciaal voor het veertigjarig jubileum van het Brodsky Quartet. Dit stuk begint als een barokke ‘chaconne’, maar ontwikkelt zich gaandeweg tot een vlammend en gloeiend stuk muziek. Een prachtige opmaat tot de strijkkwartetten van Sjostakovitsj en Beethoven.


 Laatst gewijzigd: 21-10-16 - Geplaatst: 21-10-16